vrijdag 5 december 2008

Poging eenentwintig


Ik ben een kijkje gaan nemen op Nextspace , de nieuwsbrief van het Amerikaanse OCLC, de organisatie die ondermeer instaat voor Worldcat. Eén van de commentaren op het hoofdartikel is geschreven door Rick Anderson, Director of Resource Acquisition, University of Nevada, Reno Libraries. In zijn tekst staat hij ondermeer stil bij een aspect dat nog niet aan bod is gekomen, nl. de impact van web 2.0 op collectievorming.

Tot vandaag trachten wij allemaal een collectie op te bouwen die tegemoetkomt aan alle noden aan informatie, ontwikkeling, educatie en ontspanning van onze bezoekers (de klassieke decretale omschrijving). Dat wij op alle informatiebehoeften een antwoord zouden kunnen bieden is natuurlijk een onbegonnen zaak maar tot zolang die informatie enkel op papier bestond en bovendien te duur was om als individu aan te schaffen, bleef het een behartenswaardige zaak dat openbare bibliotheken bestonden en allemaal door de jaren heen een "just in case" collectie samenstelden.

De voortdurende uitbreiding van web 2.0 zal er voor zorgen dat onze toekomstige gebruikers toegang tot álle informatie zullen wensen: digitale collecties van kranten en tijdschriften, boeken, blogs, podcasts, enz. Dat deze behoeftewijziging al aan de gang is merken we in onze teruglopende uitleencijfers. Deze evolutie hoeft niet meteen een bedreiging te zijn maar eerder een uitdaging om nieuwe wegen in te slaan. Niet iedereen zal de vaardigheden hebben om informatie zelf bij elkaar te sprokkelen en net daarin ligt volgens mij onze nieuwe taak verscholen: als we er als bibliotheek kunnen in slagen om de barrières te slopen tussen de vraag en het overweldigende aanbod, de resultaten te filteren en als het ware digitale infopakketten op maat van de gebruiker kunnen maken, dan zal de bibliotheek als informatiebemiddelaar haar bestaansrecht kunnen behouden.

Rick Anderson staat ook stil bij het feit dat tot nu toe mensen verplicht waren om zich fysiek te verplaatsen indien zij informatie wensten. Ook dat is afgelopen. Bijna alles is via pc te vinden. Precies daar zullen wij als bibliotheek een plaats moeten verwerven. Als wij kunnen aantonen dat we de geschikte tussenpersoon zijn en onze diensten via het net kunnen verspreiden, hoeven we ons niet meteen zorgen te maken. Anderson eindigt zijn betoog met de stelling dat we niet kunnen wachten tot onze koepelorganisatie zijn steven wendt, maar dat elke bibliotheek best nu al van koers verandert.

Geen opmerkingen: